Wat met de SDG's na de Covid-19-crisis? Op gesprek bij Luc Van Liedekerke en Olivier De Schutter
De redactie van sdgs.be sprak met SDG-experten, Luc Van Liedekerke en Olivier De Schutter. Virtueel uiteraard, zoals het zich coronagewijs betaamt. Luc Van Liedekerke is professor in de bedrijfsethiek aan de Universiteit van Antwerpen. Naast lesgeven helpt hij bedrijven de SDG’s te implementeren, stelt hij ethische normen op voor financiële producten en ondersteunt hij met zijn expertise sociale ondernemers. Olivier De Schutter is professor in international recht aan de UClouvain. Op zijn internationaal curriculum pronkt onder andere secretaris-generaal van de Internationale Federatie voor de Mensenrechten en speciaal rapporteur voor de VN over het recht op voedsel.
Een crisis betekent vaak een keerpunt dat vraagt om maatregelen die onder normale omstandigheden niet zouden worden genomen. Waarom is het zo belangrijk om het duurzaamheidsbeleid op zo'n moment niet uit het oog te verliezen?
Luc Van Liedekerke: “Daarvoor zijn twee redenen. De eerste is dat de langetermijnuitdagingen waar we voor staan door deze crisis niet verdwenen zijn, integendeel. Anderzijds spant de overheid zich nu massaal in om de private sector te ondersteunen. Dit biedt de kans om die private sector te heroriënteren in een richting die tegemoet komt aan die langetermijnuitdagingen. Daarom denk ik dat een overheid geen schrik moet hebben om in het aandeelkapitaal van bedrijven te stappen als dit nodig is. Het garandeert de mogelijkheid om ook na de crisis de private sector in een bepaalde richting te duwen. De wijze waarop zowel Frankrijk als Duitsland nu hun automobielsector ondersteunen zijn voorbeelden van dergelijk langetermijnbeleid. De luchtvaartsector is een andere plaats waar zich een uitstekende kans voordoet. De sector blonk de voorbije jaren uit in het opkopen van eigen aandelen en de uitkering van speciale dividenden maar holt nu massaal naar de overheid als—alweer—de laatste redder. Het is duidelijk dat je hierin als overheid kan en moet sturen om een sector tot stand te brengen die meer weerbaarheid heeft, zoals dat ook gebeurde voor de financiële sector in 2008.”
Olivier De Schutter: “Een crisis betekent per definitie een kortstondige verstoring van een systeem in evenwicht, en daarom leggen we bijna automatisch de prioriteit bij een terugkeer naar dat evenwicht. Vanuit dit perspectief is de crisis dus een soort tijdelijke fase, die we zo snel mogelijk achter ons moeten laten. Een crisis kan echter ook gezien worden als een kans om hervormingen door te voeren die normaal geen steun zouden krijgen. Dat is wat Naomi Klein bedoelt wanneer ze het heeft over de "shock doctrine". Deze doctrine toont aan hoe humanitaire crisissen leiden tot het doorvoeren van neoliberale hervormingen dankzij een soort momentum. Degenen die vinden dat we naar een verregaande sociale omwenteling moeten gaan om te voldoen aan het stappenplan van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen - en ik ben een van hen - moeten vandaag dezelfde historische luciditeit hebben. Dit is een verschrikkelijke crisis, niet alleen op gezondheidsgebied, maar ook wat de economische en sociale gevolgen betreft: de economie zal wereldwijd met 3 procent krimpen, in de rijke landen met 8 procent, en de werkloosheids- en armoedecijfers zullen exploderen. Laat deze crisis in ieder geval niet voor niets geweest zijn: we moeten ze aangrijpen om mechanismen te creëren die de solidariteit en veerkracht versterken en om ons bewust te worden van de grenzen van onze planeet.”
In tijden van economische crisis zijn thema’s als klimaatverandering en duurzaamheid in het verleden naar de achtergrond verdwenen. Deze thema’s zouden niet thuishoren in het kader van een economische relance. Ziet u dat ook in de huidige crisis?
Luc Van Liedekerke: "Absoluut, ook nu weer zijn er beleidsmakers, en niet de minsten, die met veel aplomb het onderscheid tussen ‘het einde van de maand’ versus ‘het einde van de wereld’ aankaarten. Maar als je naar empirische evidentie kijkt dan zie je dat een lange termijn heroriëntatie van investeringsstromen niet zomaar stilvalt bij een crisis. De onderstaande figuur volgt de investeringen in groene energie in combinatie met de olieprijs. Middenin deze tijdsperiode valt de financiële crisis van 2008 met de daarbijhorende dramatische instorting van de olieprijs. En toch zijn de investeringsstromen in groene energie nauwelijks gewijzigd. Er is gewoon geen correlatie tussen de olieprijs (sterke indicator van crisissen) en langetermijninvesteringen zoals deze in groene energie. Ook nu verwacht ik niet dat langetermijninvesteringsplannen fundamenteel zullen herzien worden. De transitie heeft zich ingezet en zal niet stoppen door de crisis.
Olivier de Schutter: “Ja, en dit risico is des te groter omdat de lockdownmaatregelen, de social distancing en de lamlegging van een deel van de samenleving en de economie, door de bevolking als zeer lastig en zelfs als een beperking van de vrijheid worden ervaren: deze drastische maatregelen zouden nooit aanvaard zijn als ze geen tijdelijk karakter hadden en als niet iedereen ervan overtuigd was dat ze bedoeld waren om zichzelf en zijn naasten te beschermen. Daarom is het verkeerd om uit het feit dat deze inperkingen door de mensen worden aanvaard, af te leiden dat ze bereid zouden zijn soortgelijke offers te brengen om onze ecologische voetafdruk te verminderen.
Het is dus absoluut noodzakelijk om de ecologische transitie voor te stellen als een economische opportuniteit, met name door de jobcreatie en de innovaties die ze zal opleveren; en om de nadruk te leggen op de "betere levensomstandigheden" die ze zal bevorderen: minder luchtvervuiling, betere gezondheid, meer gezelligheid, een betere levenskwaliteit dankzij een beter evenwicht tussen privé- en beroepsleven, en het loskoppelen van arbeid en consumptie. Het is niet door mensen angst aan te jagen dat we ze zullen mobiliseren, maar wel door hun zin te geven in iets anders.”
Hoe denkt u dat het debat en de daaruit voortvloeiende beslissingen de komende maanden zullen evolueren? Ziet u verschillen tussen landen en regio's?
Luc Van Liedekerke: “Politiek is een notoir onvoorspelbaar beest en er zijn absoluut verschillen tussen regio’s. Met zijn green deal bijvoorbeeld heeft Europa gekozen voor een groene en sociaal inclusieve toekomst, wat naadloos aansluit bij het Europa dat na WOII tot stand kwam. Maar duurzaamheidsuitdagingen zijn overal ter wereld en zullen niet verdwijnen. De antwoorden hierop die je terugvindt in het hertekenen van investeringsstromen door betere integratie van ESG informatie is een lange termijn trend die in alle financiële markten aanwezig is (zie opnieuw ook bovenstaande grafiek) en ook de heroriëntatie van bedrijven richting duurzaamheid is iets wat overal merkbaar wordt. Transitie is een werk van lange adem met ongelijke sprongen en regionale verschillen maar als ik naar de voorbije 20 jaar kijk is de transformatie richting een meer duurzame economie overal aanwezig en zeker niet alleen in Europa. “
Oliver De Schutter: “De lidstaten van de Europese Unie kunnen in twee groepen worden verdeeld. Enerzijds zijn er de "zuinige" lidstaten met gezonde overheidsfinanciën, die weigeren solidair te zijn met de Middellandse Zee-landen (Italië, Griekenland en Spanje) via Europese leningen om hen te steunen door middel van giften; en anderzijds de staten in het zuiden, die zwaar getroffen zijn door de Covid-19-crisis en die zich al in de steek gelaten voelden door het gebrek aan steun voor hun opvangbeleid voor vluchtelingen. Daarnaast willen sommige staten een "groene" relance, gebaseerd op de "Green Deal", terwijl andere de voorkeur geven aan een conventionele economische relance, waarbij de beperkingen op milieugebied buiten beschouwing worden gelaten. Een compromis is mogelijk waarbij deze twee visies worden gecombineerd: een land als Nederland loopt voorop in de strijd van de "zuinige landen" en legt begrotingsbehoedzaamheid aan de dag, maar heeft tegelijk een ambitieuze visie op de transitie naar een "groene" economie. Het compromis dat de Europese Commissie op 27 mei heeft voorgesteld, is een stap in de goede richting: van het herstelplan van 750 miljard euro zal een kwart worden besteed aan klimaatmaatregelen, en niet-duurzame investeringen zullen geen deel uitmaken van het plan; en de relance bestaat uit een combinatie van leningen en subsidies.”