Internationaal beleid
Binnen het internationale kader zijn er voor de Sustainable Development Goals drie belangrijke spelers: de Verenigde Naties, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en de Europese Unie,
Verenigde Naties
De Verenigde Naties spelen een essentiële rol in de politieke erkenning van het concept duurzame ontwikkeling en het implementatiebeleid. De VN bracht in 1983 de Brundtland-Commissie (World Commission on Environment and Development), onder leiding van de toenmalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland, bijeen. Hoewel het rapport “de grenzen aan de groei” van de Club van Rome uit 1972 de eerste intellectuele denkoefening was die deze problematiek succesvol onder de aandacht van de wereld bracht, was het vooral dankzij de publicatie van het Brundtland-rapport (Our Common Future) uit 1987 dat het begrip duurzame ontwikkeling opgepikt werd door zowel de hoogste politieke niveaus als het bredere publiek.
De basis voor de meest gangbare definitie van duurzame ontwikkeling kunnen we nog steeds hierin vinden namelijk:
“Een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Op deze manier bevat het twee sleutelelementen: “noden” en “beperkingen”. De noden van de armen die een prioriteit moeten vormen, en de beperkingen die de samenleving en onze technologie op het gebruik van onze leefomgeving moeten plaatsen."
Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling is een samensmelting van twee mondiale agenda’s: deze van duurzame ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking. Agenda 2030 onderschrijft de verlenging van talloze voorgaande multilaterale engagementen:
- UN Conference on Environment and Development (Rio 1992)
- Milleniumverklaring (Milleniumtop 2000)
- World Summit on Sustainable Development (Johannesburg 2002)
- UN Conference on Sustainable Development (Rio 2012)
UN Conference on Environment and Development (Rio 1992)
Het Brundtland-rapport vormde de onmiddellijke aanleiding voor de organisatie van de historische VN-top inzake milieu en ontwikkeling in Rio de Janeiro in 1992. Tijdens deze topontmoeting werd een akkoord gevonden over verschillende elementen die richtinggevend zouden worden voor het verdere internationale, nationale, en lokale beleid inzake duurzame ontwikkeling. We denken hierbij aan:
- De Verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling: 27 basisprincipes voor duurzame ontwikkeling
- Agenda 21 : een concreet actieprogramma bestaande uit 40 hoofdstukken, met aandacht voor de sociale en economische dimensies, het behoud en het beheer van hulpbronnen voor ontwikkeling, de implementatiemiddelen, en de versterking van de rol van zogenaamde Major Groups in de samenleving. Deze Major Groups vertegenwoordigen sleutelsectoren in de samenleving die het engagement inzake duurzame ontwikkeling moeten kanaliseren. Ten slotte werd ook de Commission on Sustainable Development (CSD) opgericht die moet instaan voor de effectieve uitvoering en opvolging van de engagementen uit Agenda 21
- Het Raamverdrag van de VN inzake Klimaatverandering (UNFCCC of Klimaatverdrag): de basis voor de strijd tegen de klimaatsverandering
- Het Verdrag inzake Biologische diversiteit: richtinggevend voor de verdere inspanningen voor het behoud van biodiversiteit
- Het Desertificatieverdrag heeft tot doel de strijd tegen verwoestijning en droogte aan te gaan in alle landen die met deze problemen te kampen hebben.
- De Bossenverklaring weerspiegelt een mondiale consensus over het beheer, het behoud en de duurzame ontwikkeling van alle soorten bossen.
Millenniumtop & Millenniumdoelstellingen (2000)
In de jaren ’90 vonden vele VN-conferenties plaats: de Wereldtop voor Kinderen (1990), de Wereldconferentie over de Mensenrechten (1993), de Wereldvrouwenconferentie (1995), Habitat II (1996), etc. Voortbouwend op deze actieve jaren en met het aanbreken van de 21e eeuw starten de staats- en regeringsleiders een nieuw globaal partnerschap om een einde te maken aan extreme armoede. Uit de in 2000 aangenomen Millenniumverklaring groeien de Millenniumdoelstellingen (MDGs). Die bestaan uit een beperkte, maar duidelijke set doelstellingen die zich voornamelijk focussen op de klassieke ontwikkelingsthema’s en die de wereldgemeenschap probeert te bereiken tegen 2015.
World Summit on Sustainable Development (Johannesburg 2002)
In 2002 werd in Johannesburg een nieuwe conferentie georganiseerd inzake duurzame ontwikkeling. Gezien dit tien jaar na de top van Rio plaatsvond is deze conferentie ook wel gekend onder de naam Rio+10. Enerzijds werden de doelstellingen uit 1992 onverminderd herbevestigd. Anderzijds verbreedde men de agenda door de aandacht voor economische en sociale ontwikkeling (zoals bijvoorbeeld armoedebestrijding) significant te verhogen. Daar waar in Rio veel meer de nadruk werd gelegd op de nauwere milieudimensie was dit in Johannesburg niet langer het geval.
Duurzame ontwikkeling heeft namelijk in essentie betrekking op de samenhang tussen milieukwaliteit en maatschappelijke ontwikkelingen. Het uitroeien van de armoede, het veranderen van niet duurzame consumptie- en productiepatronen, en het beschermen en beheren van de natuurlijke rijkdommen als basis voor economische en sociale ontwikkeling worden erkend als de belangrijkste doelstellingen van en essentiële voorwaarden voor duurzame ontwikkeling.
Daarnaast lag de nadruk in mindere mate op het maken van nieuwe afspraken, maar wel op het scheppen van een kader voor efficiënte en effectieve implementatie van de eerder aangegane verbintenissen, een benadering die weerspiegeld wordt in het akkoord over het zogenaamde “Johannesburg plan of Implementation (JPOI )”. Daar vinden we aandacht voor onder meer armoedebestrijding, duurzame consumptie en productie, natuurlijke hulpbronnen, middelen voor implementatie, alsook het institutionele kader voor duurzame ontwikkeling.
UN Conference on Sustainable Development (Rio 2012)
In 2012, 20 jaar na Rio en 10 jaar na Johannesburg slaat de Verenigde Naties opnieuw kamp op in Rio de Janeiro voor de zogenaamde Rio+20 top. Deze naam weerspiegelt heel treffend de dubbele tijdshorizon van de conferentie: men gaat niet alleen een evaluatie van de voorbije twintig jaar maken, maar ook, en vooral, een blik naar de toekomst richten met een focus op de uitdagingen voor de komende twintig jaar. Naast het herbevestigen van de Agenda 21 werden ook een aantal werven gelanceerd waaronder de Sustainable Development Goals (SDGs). Die moeten na het aflopen van de Milleniumdoelstellingen een nieuwe, wervende mondiale agenda vormen. Verder werd onder meer het VN-milieuprogramma versterkt, gaat men programma’s opzetten ten voordele van een duurzame economie (Green Economy,Sustainable Consumption and Production) en energie (sustainable energy for all: SE4All).
Ten slotte besloot men om na 20 jaar de Commission on Sustainable Development van de Agenda 21 te vervangen door het High-level Political Forum on Sustainable Development (HLPF). De bedoeling hiervan is om het beheer van duurzame ontwikkeling steviger te verankeren binnen het VN-kader. Om de vier jaar komt dit orgaan samen onder de Algemene Vergadering, de andere jaren gebeurt de samenkomst onder de ECOSOC.
Bekijk de volledige uitkomst van deze conferentie hier.
Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development
In september 2015 worden de Sustainable Development Goals (SDGs), die aangekondigd werden tijdens Rio+20, formeel aangenomen door de algemene vergadering van de VN met de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling. Deze doelstellingen vormen de operationele pijler en worden aangevuld met 169 subdoelstellingen. Gedurende de komende 15 jaar vormt de Agenda 2030 een actieplan om de mensheid te bevrijden van armoede en de planeet op de koers richting duurzaamheid te plaatsen. Deze doelstellingen die één en ondeelbaar zijn reflecteren de drie dimensies van duurzame ontwikkeling, namelijk: het economische, het sociale en het ecologische. De 2030 Agenda vormt een unieke fusie van twee mondiale agenda’s, namelijk deze van duurzame ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking. De nadruk van deze agenda ligt op ‘universaliteit’, wat betekent dat de implementatie niet enkel in het Globale Zuiden moet gebeuren maar over de gehele planeet. Bovendien heeft het een transformatieve ambitie: het gaat erom onze manier van ontwikkelen grondig te veranderen.
Om de vooruitgang naar de verwezenlijking van de doelstellingen en de subdoelstellingen van de VN te volgen, werd een geheel van indicatoren voorgesteld. Op dit moment zijn 231 unieke indicatoren vastgesteld. Centraal hierbij is dat meerdere indicatoren opgesplitst moeten worden volgens relevante categorieën zoals geslacht, leeftijd, geografische ligging enz. Deze lijst wordt voortdurend verfijnd. Het is ook belangrijk te onthouden dat deze indicatoren slechts een mondiale aanzet vormen, de lidstaten worden aangespoord om via verdere nationale vertaling nauwkeurigere metingen te verzekeren.
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is een organisatie van 34 gelijkgestemde landen, opgericht in 1961, die ernaar streeft om het economisch beleid van haar leden te ondersteunen, de doeltreffendheid ervan te verbeteren en bij te dragen tot de groei van zowel de ontwikkelde landen als de ontwikkelingslanden. Haar werkzaamheden worden verricht binnen verschillende comités en sub-organen, en houden onder andere verband met economische vraagstukken, ontwikkeling, internationale handel, milieu, wetenschap, technologie en industrie en raken aan verschillende aspecten van duurzame ontwikkeling zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen of duurzame consumptie en productie.
De OESO benadert duurzame ontwikkeling vandaag op een transversale manier binnen verschillende programma's. In juni 2016 keurde de OESO een actieplan voor de SDG's goed. Het integreert de SDG's in tal van OESO-projecten die betrekking hebben op de samenhang van overheidsoptreden, investeringen in duurzame ontwikkeling, inclusieve groei en welzijn, de duurzaamheid van de planeet, de bevordering van partnerschappen, het verbeteren van de beschikbaarheid van gegevens en het opbouwen van capaciteit, beleidsevaluatie en toezicht houden.
In dit kader publiceert de OESO rapporten over het behalen van de SDG's. Het laatste rapport werd gepubliceerd in april 2022. Dit bevat een beoordeling van de situatie in België.
Europese Unie
Duurzame ontwikkeling werd reeds in 1997 vastgelegd als een overkoepelende doelstelling in het Verdrag van Amsterdam. Economische groei, sociale cohesie en milieubescherming gaan hierbij hand in hand en ondersteunen elkaar om hetzelfde doel te bereiken: voldoen aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van komende generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.
Sinds 2016 werkt de Commissie aan een implementatiebeleid voor Agenda 2030, met een communicatie die eind dat jaar gepubliceerd werd. Concreet zijn er in deze communicatie twee sporen:
- Mainstreamen van de SDGs in het beleidswerk van de EU en in de prioriteiten van de Commissie
- Een lange termijn reflectie voor de periode na 2020
Naast deze communicatie stelde de Commissie ook een nieuwe European Consensus on Development voor. Deze gemeenschappelijke visie op Ontwikkelingssamenwerking beoogt het Europese ontwikkelingsbeleid aan te passen aan de Agenda 2030.
Onder leiding van voorzitter Von der Leyen heeft de Europese Commissie een ambitieuze agenda gepresenteerd om de SDG's in de EU en daarbuiten via een alomvattende aanpak te verwezenlijken. Het politieke programma van de president integreert de SDG's in alle voorstellen, beleidsinitiatieven en strategieën van de Commissie.
De alomvattende of "whole of government" benadering die door de nieuwe Commissie is aangenomen om de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG's) te implementeren, bestaat uit verschillende componenten, zoals te zien is in de onderstaande illustratie:
Naast de Europese Green Deal, die de drijvende kracht achter de nieuwe aanpak is, integreren alle initiatieven ook de SDG's. Ze kunnen worden geraadpleegd op de website van de Europese Commissie.
Om verslag uit te brengen over de uitvoering van de Agenda 2030, presenteert de Europese Unie haar eerste Voluntary Review op het High Level Political Forum in juli 2023.